In de onderwijs- en examenregeling, vaak afgekort als OER, zijn de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot de inrichting van het onderwijs en de examens van opleidingen. Het is bij wet vastgesteld dat iedere opleiding een door de medezeggenschap goedgekeurde OER heeft en dat de opleiding zich houdt aan de regels die hierin zijn vastgesteld. De OER bestaat uit twee delen, deel A en deel B. Deel A geldt voor alle opleidingen van de faculteit. Hierin staan onder andere regels over:
• De geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens;
• Het verlenen van vrijstellingen voor tentamens;
• Het toewijzen van een extra tentamenkans (herkansing);
• Cum-laude regeling;
• Het bindend studieadvies (BSA).
Deel B bevat regelingen voor de specifieke opleiding. Hierin staan onder andere regels over:
• Toelating tot de opleiding;
• De invulling en opbouw van het curriculum;
• Doelstelling en eindtermen van de opleiding.
OER deel A kan pas in werking treden als de facultaire studentenraad ermee heeft ingestemd. OER deel B treedt pas in werking als de opleidingscommissie ermee instemt.