Scriptie- en afstudeertraject

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis
Vastgesteld door de examencommissie op 15 oktober 2022

Algemeen

  1. De Bachelorscriptie Geschiedenis is een zelfstandig geschreven origineel schriftelijk werkstuk.

2. De Bachelorscriptie wordt geschreven binnen een werkgroep. Deze scriptiewerkgroepen worden zowel in het eerste als in het tweede semester gegeven.

3. De student mag zelf, in overleg met de docent (=begeleider), een scriptieonderwerp kiezen. Dit onderwerp moet passen binnen het bredere thema van de werkgroep.

4. Een student mag, desgewenst, in overleg met de BA-scriptiecoördinator een begeleider benaderen voor een individueel scriptietraject met een eigen gekozen scriptieonderwerp. De begeleider krijgt hiervoor echter geen uren toegekend. Verder omvat dit traject dezelfde opdrachten en wordt hetzelfde tijdpad (inclusief deadlines) aangehouden als bij de scriptiewerkgroepen.

5. De Bachelorscriptie kan niet meer of minder dan 12 EC tellen.

6. Studenten die het honours programma volgen, schrijven scripties van niet meer of minder dan 18 EC. Daarnaast moeten zij blijk geven van grotere zelfstandigheid in het schrijven van de scriptie.

7. De ingangseis voor het studieonderdeel Bachelorscriptie Geschiedenis bestaat uit de volledige propedeuse Geschiedenis, Geschiedenislab I of II en Verdiepingsvak I of II.

Formele randvoorwaarden

8. De scriptie telt 12.000 woorden (18.000 woorden voor honours-studenten), exclusief voetnoten en literatuurlijst, met een marge van 10 procent. De scriptie dient geschreven te worden in de voertaal van de opleiding. Hiervan kan worden afgeweken. In dat geval dient de student een gemotiveerd verzoek bij de examencommissie te doen waaruit blijkt dat:

a. ten minste 30EC van het studieprogramma is afgerond in de voertaal;

b. er inhoudelijke redenen zijn om van de voertaal af te wijken;

c. er toestemming is verleend door de begeleider;

d. de begeleider verklaart de taal van de scriptie voldoende machtig zijn om ook de kwaliteit van het taalgebruik in de scriptie te beoordelen.

9. De scriptie is op basis van primaire en (wetenschappelijke) secundaire bronnen geschreven. Bij enkele onderwerpen volstaat het gebruik van enkel secundaire bronnen. Dit wordt vastgesteld in overleg met de begeleider.

10. De scriptie is vormgegeven en geannoteerd volgens de regels zoals omschreven in: Jeanette Kamp e.a., Geschiedenis schrijven! Wegwijzer voor historici (Amsterdam 2016).

11. Bij de scriptie wordt een samenvatting (‘abstract’) in de taal van de scriptie van maximaal 200 woorden ingeleverd, waarin de belangrijkste bevindingen uit de scriptie kort en helder worden beschreven.

Scriptiewerkgroep

12. De student heeft, binnen de structuur van de scriptiewerkgroep, recht op scriptiebegeleiding gedurende het semester waarin de werkgroep wordt gegeven.

13. De student moet voldoen aan de opdrachten die tijdens de werkgroep worden verstrekt. Wanneer deze opdrachten niet worden ingeleverd, of met een NAV worden afgesloten, dan

dient de student in het volgende semester een nieuwe werkgroep te volgen, waar de student een scriptie over een ander onderwerp schrijft.

14. Wanneer de scriptie niet op tijd wordt ingeleverd, of wanneer de ingeleverde versie onvolledig is omdat (delen van) voorblad, inhoudsopgave, inleiding, hoofdstukken, conclusie of bronnen- en literatuurlijst ontbreken, dan heeft student geen recht op een herkansing en dient de student in een volgend semester in een nieuwe werkgroep over een nieuw onderwerp een scriptie te schrijven.

15. Tijdens de zomerperiode (1 juli tot 1 september) vindt er geen begeleiding plaats.

Inlevermomenten en diploma-aanvraag

16. De scriptie kan op twee momenten in het jaar worden ingeleverd, op 15 januari en 1 juli. Afwijkingen van deze datum worden voorafgaand aan het semester door de BA-scriptiecoördinator gecommuniceerd.

17. De eindversie van de scriptie moet digitaal via Canvas worden ingeleverd, zodat deze op fraude en plagiaat kan worden gecontroleerd. Alle informatie over de stappen die moeten worden gezet om de scriptie digitaal in te leveren, is te vinden op Canvas. Daarnaast kan een docent eventueel vragen om een scriptie op papier in te leveren.

18. De student is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van het BA-diploma. Dit gebeurt zodra de student kan aantonen dat hij in korte termijn alle onderdelen van de Bacheloropleiding Geschiedenis kan afronden. De aanvraag van het diploma geschiedt volgens de aanwijzingen van de onderwijsbalie.

19. Op de toetsing van de scriptie is de Fraude- en plagiaatregeling van de UvA van toepassing.

De regeling is hier te vinden: https://student.uva.nl/fgw/shared/studentensites/uvastudentensite/nl/az/fraude-plagiaat-en-bronvermelding/plagiaat-en-fraude.html

Beoordeling

21. De begeleider beoordeelt de definitieve versie van de scriptie aan de hand van een beoordelingsformulier (zie bijlage). Dat formulier wordt na afronding van de scriptie door de begeleider ingevuld, aan de student verstrekt en op Canvas ingeleverd.

22. Een niet ingevuld exemplaar van het beoordelingsformulier wordt vooraf via Canvas aan studenten beschikbaar gesteld en tijdens de scriptiewerkgroep besproken, zodat zij kennis kunnen nemen van de beoordelingscriteria.

23. Wordt de definitieve versie van de scriptie met een voldoende beoordeeld, maar is dit cijfer hoger dan een 8,4 of lager dan 6,5, dan benadert de begeleider een collega om als tweede lezer op te treden, waar nodig met bemiddeling van de BA-scriptiecoördinator. De naam en opmerkingen van de tweede lezer worden op het beoordelingsformulier ingevuld.

24. Wordt de definitieve versie van de scriptie met een onvoldoende, maar wel met minimaal een 4,5 beoordeeld, dan komt de student in aanmerking voor een herkansing. In dit geval wordt er geen tweede lezer ingeschakeld. De student dient de herkansing maximaal twee weken na het ontvangen van het beoordelingsformulier in te leveren.

25. Wordt de herkansing van de scriptie met een cijfer hoger dan een 8,4 of lager dan 6,5 beoordeeld, dan benadert de begeleider een collega om als tweede lezer op te treden, waar nodig met bemiddeling van de BA-scriptiecoördinator. De naam en opmerkingen van de tweede lezer worden op het beoordelingsformulier ingevuld.